13 maart 2007

De Red River Delta en Bai Tu Long Bay

Sin Chao!

De rit van Sapa naar het treinstation was meer dan spectaculair. Ze waren ons vergeten ophalen, maar geen probleem: no wollies sil (no worries sir, maar ze kunnen hier de 'r' niet uitspreken he), ja zelfs ik ben dus ook een sil....een kwartiertje later werden we in een lokaal busje geduwd. We hebben nog een halfuurtje rondgereden om al de locals op te halen en maar duwen en proppen tot het echt boordenvol zat en wij eindelijk weg richting Lao Cai. We zaten in de bergen (kronkelbaantjes) en het was nog steeds mistig en blijkbaar zijn ze echt niet gewoon van in nen auto te zitten. Werd de een na de andere niet ziek zeker. Een echte hel. Om den duur had ik handen te kort om zowel mijn oren als mijne neus dicht te duwen. Verstand op nul dacht ik dan maar en ik was zoooo blij toen we er na een klein uurtje waren. Kort nadien de nachtrein op naar Hanoi en dan hebben we dan nog een laatste dagje rondgehangen en hier en daar wat bezocht.

Na een deftige nacht in een hostel konden we er weer tegen en werden we opgehaald door Khanh om naar de Red River Delta te trekken. Het is de tweede grootste delta van Vietnam (na de Mekong Delta). Na een dik uur hadden we eindelijk de drukte van Hanoi terug achter ons gelaten en zaten we tussen het water en de rijstvelden (Kenh Ga en Ninh Binh). Helaas was het nog steeds druilerig en bewolkt (wat in het noorden wel meer voorkomt in de lente), dus de landschappen waren net iets minder idyllisch dan met de zon. We waren de enige touristen, dus het was zalig wandelen en nadien ook fietsen tussen de krijtrotsen en rijstvelden (Truong Yen). Af en toe was het wel een beetje door de modder ploeteren, maar dat namen we er met plezier bij.

De volgende dag bracht de gids ons naar zijn geboortedorp (Yen Mo). Je merkt hier nog heel sterk dat alles communistisch is en ze doen ook echt beroep op de gemeenschap. Alle rijstvelden zijn eigendom van de staat en naar gelang de grootte van het gezin kunnen ze een bepaalde oppervlakte pachten. Ook de familie van onze gids werkt in de rijstvelden en ze produceren en verkopen rijstnoedels en houden ook een 10-tal varkens. Vier generaties wonen en werken er samen in hetzelfde huis...stel je voor! Zoals gewoonlijk moet je eerst altijd een kopje groene thee naar binnen werken voor er ook maar iets anders kan gedaan worden, het is een soort welkomstritueel. Na de thee stond de rest van de voormiddag in het teken van de Vietnamese kookkunst. We hebben een soort vissaus leren maken, de typische spring rolls, de typishe rijstnoedelsoep en nog veel meer. Ook Jan werd aan het werk gezet met groentjes kuisen en snijden en ....ja hij vond het super. Dus geen reden meer thuis om hem niet aan de kookpot te zetten. Uiteraard hebben we nadien alles opgegeten en het was superlekker, al zeg ik het zelf.

Na de lunch weer de fiets op, amai mijn gat, duidelijk niet meer gewoon van te fietsen en die zadels zijn hier niet bepaald mals. We hebben het dorpje verkend, uitleg gekregen over de rijstproductie, een pagoda bezocht waar ze absoluut ons hand wouden lezen....je wilt niet weten wat ze ons allemaal probeerden wijsmaken: 'ja hoor, Jan en ik blijven altijd samen en Jan krijgt twee kinderen en ikke drie,....euhm waar is de logica??, van waar komt die derde?'....daar hadden ze geen antwoord op. Alleen een big smile....we hebben goed gelachen.

Na de fietstocht hebben we het volledige productieproces van rijstnoedels van dichtbij mogen volgen, tot als ze letterlijk op ons bord lagen voor het avondeten. Jan was vooral geinteresseerd in de techniek, ik meer in de rest. Tja, 't is nen ingenieur voor iets zeker en ik duidelijk niet ;-))). De keuken bij de mensen thuis is echt heel lekker, nog 10 keer zo fijn als op restaurant. We hebben echt van dit dagje genoten, weg van de drukte zo bij de mensen thuis.

De dag nadien was het een heel eindje rijden om naar Bai Tu Long Bai te gaan (hetzelfde als Halong Bay, maar dan net iets minder toeristisch). De baai bestaat uit allemaal mini-eilandjes en krijtrotsen die er gekomen zijn door geologische activiteit zoveel miljoenen jaren terug. In de namiddag konden we voor het eerst de boot op om naar het eiland Quan Lan te varen. Het was een lokale boot en wij als enige twee niet-spleetogen de boot op. Voelde me er toch niet 100% op mijn gemak. Niet dat ze iets zouden doen of zo, maar ik werd gewoon door iedereen van top tot teen gekeurd en bekeken, precies of ze nog nooit zoiets gezien hadden. Op het eiland zelf logeerden we opnieuw bij de mensen thuis en onze gastvrouw kon maar niet geloven hoeveel vlees ik aan mijn lijf had. Oke, ik ben niet van de kleinste en de magerste (er zijn toch weer een aantal kilo's verdwenen door al die rijstmaaltijden). Zij maar blijven voelen aan mijn armen en mijn benen, alles toch nog eens goed bekijken of ze niet droomde en dan terug haar eigen arm en been vastnemen. Echt schattig, ze kon er niet van over.

Vandaag was het de bedoeling om de rest van de baai te verkennen met een privebootje. Helaas was het weer nog steeds niet wat het moest zijn en door de dikke mist hebben we er niet echt veel van kunnen zien. We hebben dan maar goed in elkaars ogen gekeken he op den boot;-). Strakjes vertrekken we naar het midden van Vietnam met de nachttrein: naar Hue. Daar zou het weer veel beter en tropischer moeten zijn. Dat maakt toch een immens verschil voor de indrukken die je krijgt van een gebied. Want een weekje druilerig en mistig weer en een kleine 20 graden, dat is meer dan genoeg geweest. Nu weten we opnieuw hoe het er in Belgie aan toe gaat.

Zo, dat was het weer voor een aantal dagen. Hou jullie daar allemaal goed
Dikke kussen

Spleetoog in spe (mooi niet!)
Fie

1 opmerking:

Anoniem zei

Sofie,
we hebben hier weer goed gelachen. Nadine kon je waarschijnlijk horen tot beneden en Hilde pinkte traantjes weg van plezier. Je kan toch echt wel sappig vertellen hoor. We voelden ons al terplekke, bekeken en betast. Geuren en kleuren, alles er op en er aan.
Alee veel plezier nog hee, fijn te weten dat je nog steeds jezelf bent,
groetjes,
Annelies